Geluidsverkavelingsmodel ruimtelijk relevant!

In de uitspraak 201308203/1/R3 van 4 februari 2015 heeft de Afdeling geoordeeld dat een geluidsverkavelingsmodel in bestemmingsplan voor een gezoneerd industrieterrein ruimtelijk relevant is.

Het betreft een bestemmingsplan voor het gezoneerd industrieterrein Oosteind te Papendrecht. In het plan is onder meer de geluidzone van het industrieterrein gewijzigd. Daarnaast is als bijlage bij het bestemmingsplan een zonebeheerplan met als onderdeel een geluidsverdeelplan vastgesteld.

Geluidsverdeelplan voor bestaand industrieterrein

In de planregels is een koppeling gelegd met het geluidsverdeelplan als onderdeel van het zonebeheerplan. Het zonebeheerplan zelf maakt geen onderdeel uit van het bestemmingsplan.

Het geluidsverdeelplan heeft tot doel de beschikbare geluidsruimte evenwichtig te verdelen over de aanwezige en mogelijk nieuw te vestigen bedrijven om een doelmatig gebruik van het industrieterrein te waarborgen. In het zonebewakingsmodel is de vergunde geluidsruimte van een bedrijf en de geluidsruimte per kavel opgenomen.

In het zonebeheerplan is vermeld dat de hoeveelheid te vergunnen geluid voor het industrieterrein “Oosteind” beperkt is. Voor een duurzame invulling en optimaal gebruik van het terrein is het noodzakelijk om zorgvuldig met het uitgeven van geluidsruimte en de verdeling ervan om te gaan. Het zonebeheerplan geeft daar invulling aan. Het zonebeheerplan is wat het aspect geluid betreft een vervangend instrument voor de gebruikelijke indeling van bedrijvigheid in milieucategorieën.

Bij het opstellen van het geluidsverdeelplan is uitgegaan van de huidige vergunde geluidruimte van de bestaande bedrijven. Het uitgangspunt bij de geluidsverdeling is dat alle bedrijven hun huidige vergunde geluidruimte behouden. Voor bedrijven die onder de algemene regels van het Activiteitenbesluit vallen, is een norm van 50 dB(A) op 50 m van de inrichting gehanteerd. Voor bedrijven aan de rand van het industrieterrein is daarnaast rekening gehouden met de maatwerkvoorschriften. Ook de reserveringen van geluidsruimte per kavel zijn opgenomen om de op het bedrijventerrein gevestigde bedrijven meer flexibiliteit te bieden.

De beschikbare geluidsruimte wordt afgeleid van de immissiewaarden, de deelbijdrage die geleverd mag worden op de bepalende zone- en MTG-punten. Dat de zonebeheerder pas bij een aanvraag om uitbreiding van een bedrijf bepaalt op welke zone- en MTG-punten de bijdrage aan de immissiewaarden dient te worden getoetst wordt vanuit een oogpunt van rechtszekerheid  voorts niet aanvaardbaar geacht.

Geluidnormering als onderdeel bestemmingsplan

Door de verwijzing in de planregels naar het geluidsverdeelplan dat onderdeel is van het zonebeheerplan (opgenomen in bijlage van het bestemmingsplan), maakt de inhoud van dit geluidsverdeelplan deel uit van het bestemmingsplan. De Afdeling is van oordeel dat deze planregeling, gelet op het doel hiervan, een ruimtelijk relevant karakter heeft. Met het geluidsverdeelplan wordt immers beoogd een doelmatige verdeling van de beschikbare geluidruimte over de diverse percelen van het industrieterrein, en daarmee een doelmatig grondgebruik, te waarborgen. Dit doel kan niet worden bereikt door het stellen van geluidsgrenswaarden aan individuele inrichtingen bij de verlening van vergunningen.

Maar het is in strijd met de rechtszekerheid dat de door de Raad vastgestelde normen voor de verdeling van de geluidsruimte niet zijn af te leiden uit het bestemmingsplan, zoals dat elektronisch beschikbaar wordt gesteld via www.ruimtelijkeplannen.nl. Hierom is onvoldoende inzichtelijk welke geluidruimte in het bestemmingsplan aan de gronden binnen het gezoneerde industrieterrein is toegekend. Het is niet controleerbaar of dit is gebaseerd op de huidige vergunde geluidsruimte van de daar gevestigde bedrijven.

In het bestemmingsplan moet bindend zijn vastgelegd welk rekenmodel en, voor zover van toepassing, welke versie daarvan, wordt gebruikt om te berekenen of aan de geluidnormering in de planregels wordt voldaan.

De uitspraak 201308203/1/R3 is te vinden op: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RVS:2015:237