In de Omgevingswet wordt het nieuwe instrumentarium geïntroduceerd, dat zich richt op het beschermen én het benutten van de fysieke leefomgeving. Er komt meer vrijheid, maar dat betekent ook meer verantwoordelijkheid. De omgevingswet bestaat uit drie parallelle sporen:
- invoeringsspoor;
- hoofdspoor: de Omgevingswet, Bal, Bkl, Bbl, Ib en Omgevingsregeling;
- aanvullingsspoor: geluid, bodem, grondeigendom en natuur.
De omgevingswet is een kaderwet met doelen, taken en bevoegdheden, instrumenten en grondslagen voor uitvoeringsregels. De uitvoeringsregels zijn opgenomen in vier besluiten (AMvB – Bal, Bkl, Bbl, Ib). Dat betekent dat er duidelijk verschil is tussen het nieuwe stelsel en de Wet geluidhinder. De Omgevingswet, de AMvB’s en de Omgevingsregeling zijn al meerdere keren aangepast. Op de website Informatiepunt Leefomgeving is een overzicht van de geconsolideerde versies van de wetgeving te vinden.
Omgevingswet
De omgevingswet zelf bevat 23 hoofdstukken, waarvan de volgende hoofdstukken regels bevatten die van belang zijn voor de beheersing van geluidhinder:
- hoofdstuk 1 – algemene bepalingen
- hoofdstuk 2 – taken en bevoegdheden bestuursorganen
- hoofdstuk 3 – omgevingsvisies en programma’s
- hoofdstuk 4 – algemene regels voor activiteiten
- hoofdstuk 5 – omgevingsvergunning en projectbesluit
- hoofdstuk 16 – procedures
- …..
- hoofdstuk 22 – overgangsrecht
Bij nieuwe wetgeving is het van belang om te kijken naar de begrippen – zijn ze veranderd of worden bekende begrippen nog steeds gehanteerd? Begripsbepalingen in de omgevingswet zijn beleidsarm en gelden voor het volledige stelsel. De begrippen zijn opgenomen in onderdeel A van de bijlage bij de omgevingswet. De begrippen zijn indirect gerelateerd aan geluid, zoals de omgevingswaarde, het beschermen van het milieu of de kavel . Geluid wordt specifiek alleen bij emissie genoemd. Een goed overzicht van begrippen en juridische termen is te vinden op ABC Regelgeving leefomgeving.
Het is van belang om niet te vergeten dat elke AMvB ook een eigen begrippenlijst heeft. Deze begrippen kunnen worden overgenomen in het omgevingsplan. Herdefiniëren is niet toegestaan.
Waar zijn regels voor geluid te vinden?
In principe is in de Omgevingswet zelf niet veel over geluid vermeld. In artikel 1.2 (fysieke leefomgeving) is aangegeven dat de omgevingswet gaat over de fysieke leefomgeving én over activiteiten die gevolgen (kunnen) hebben voor die fysieke leefomgeving. Een fysieke leefomgeving omvat in ieder geval bouwwerken, infrastructuur, watersystemen, water, bodem, lucht, landschappen, natuur, cultureel en werelderfgoed. Onder de gevolgen voor de fysieke leefomgeving worden ook de gevolgen voor de gezondheid van de mens verstaan (voor zover veroorzaakt door de fysieke leefomgeving), die voortvloeien uit:
- het wijzigen van onderdelen van de fysieke leefomgeving of het gebruik daarvan;
- het uitvoeren van activiteiten waardoor emissies, hinder of risico’s worden veroorzaakt;
- het nalaten van activiteiten.
De wet is gericht op integrale beoordeling en besluitvorming, in onderlinge samenhang. In de Omgevingswet is uitgegaan van een goede samenwerking tussen de bestuursorganen. En het doel daarvan is het bereiken (en in stand houden) van een veilige en gezonde omgevingskwaliteit, maar tegelijkertijd ook het benutten van de fysieke leefomgeving.
In de wet is aandacht gelegd op de gevolgen van emissies voor de gezondheid. Geluid is een emissie door een activiteit naar de omgeving dat hinder en slaapverstoring kan veroorzaken, die directe of indirecte gevolgen kunnen hebben op de gezondheid van de mens. Bij het uitoefenen van taken en bevoegdheden moet rekening gehouden worden met het belang van het beschermen van de gezondheid.
In de wet wordt gesteld dat bij het stellen van regels, met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties, in ieder geval rekening wordt gehouden met het belang van het beschermen van de gezondheid. Dat geldt voor het opstellen van een omgevingsplan, maar ook voor het beoordelen van een aanvraag om een omgevingsvergunning. Net als in de huidige systematiek zijn activiteiten, die nadelige gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, verboden.
Kerninstrumenten
Het wetsvoorstel kent zes kerninstrumenten:
- De omgevingsvisie: een samenhangend strategisch plan over de fysieke leefomgeving.
- Het programma: een pakket van beleidsvoornemens en maatregelen waarmee omgevingswaarden of doelen in de fysieke leefomgeving worden bereikt en waaraan blijft worden voldaan.
- Decentrale regelgeving: te weten het omgevingsplan van de gemeente, de verordening van het waterschap en de omgevingsverordening van de provincie, waarin het decentraal bestuur gebiedsdekkend de algemene regels en vergunningplichten vastlegt.
- Algemene Rijksregels voor activiteiten in de fysieke leefomgeving.
- De omgevingsvergunning, waarmee een initiatiefnemer via één aanvraag bij één loket toestemming krijgt voor alle door hem gewenste activiteiten.
- Het projectbesluit: een generieke regeling voor besluitvorming over projecten met een publiek belang volgens de ‘sneller en beter’- aanpak.
Behalve kerninstrumenten zijn er ook andere (ondersteunende) instrumenten beschikbaar, zoals:
- de bruidsschat met voormalige Rijksregels in het tijdelijke deel van het omgevingsplan;
- de gelijkwaardige maatregel;
- de instructieregels;
- de maatwerkregels en -voorschriften;
- de milieueffectrapportage of omgevingswaarde (zoals bijvoorbeeld geluidproductieplafonds voor provinciale wegen).
Niet alle kerninstrumenten zijn voor elk overheidsniveau van toepassing. Op gemeentelijk niveau gaat het bijvoorbeeld om de omgevingsvisie en het omgevingsplan, het programma, de omgevingsvergunning en het projectbesluit.
Algemene rijksregels over activiteiten
Algemene Rijksregels voor activiteiten zijn vastgelegd in vier uitvoeringsbesluiten: Bal, Bkl, Bbl en Ob:
- Besluit activiteiten leefomgeving (Bal): regels over milieubelastende activiteiten (mba) en lozingsactiviteiten.
- Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl): instructieregels van het Rijk over het toepassen door decentrale overheden van kerninstrumenten. Bijvoorbeeld regels stellen in het omgevingsplan: wat mag, wat moet, etc., instructieregels van de provincie (via de omgevingsverordening).
- Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl): Rijksregels over de activiteit bouwen (thans Bouwbesluit 2012).
- Omgevingsbesluit (Ob): procedures, indieningsvereisten, etc. (thans Wabo/ Bor).
De regels in Bal zijn gericht op burgers en bedrijven. Voormalige Rijksregels bedoeld voor tijdelijke situatie tot het vaststellen van het omgevingsplan zijn opgenomen in de bruidsschat.
Aanvullingsspoor geluid
In het aanvullingsspoor zijn regels opgenomen met betrekking tot wegen, spoorwegen en industrie. De belangrijkste aspecten daarvan zijn:
- het intrekken van de Wet geluidhinder;
- de verplichte omgevingswaarden voor de geluidproductie industrieterreinen (GPP’s voor industrie);
- de verplichte omgevingswaarden voor de provincie voor geluidproductie wegen en lokale spoorwegen;
- de basisgeluidsemissie;
- het realiseren of wijzigen van een industrieterrein;
- het toelaten van geluidsgevoelige gebouwen.
Alle aanvullingen en wijzigingen als gevolg van het aanvullingsspoor geluid zijn verwerkt in de geconsolideerde teksten van de Omgevingswet, de AMvB’s en de regeling.
De gerelativeerde uitwerking van verschillende thema’s wordt wekelijks op onze website gepubliceerd.
Het volgende thema gaat over ‘Verkeersgeluid’.