Arrest Europees Hof over het Programma Aanpak Stikstof

Op 7 november 2018 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg prejudiciële vragen beantwoord over het Programma Aanpak Stikstof (PAS). De vragen hadden betrekking op een overeenstemming van PAS met de Europese Habitatrichtlijn en een juridisch houdbaarheid daarvan.

Aan het Hof zijn onder andere vragen gesteld over:

  • Het begrip project in de MER-richtlijn en de habitatrichtlijn in relatie tot significante gevolgen van een activiteit voor een Natura 2000-gebied.
  • De uitzondering van een bepaalde categorie van projecten op de vergunningplicht en de gevolgen daarvan voor de passende beoordeling (zoals het op of in de bodem brengen van meststoffen).
  • De betrekking op de passende beoordeling van de positieve gevolgen van instandhoudingsmaatregelen en passende maatregelen voor bestaande arealen van habitattypen en leefgebieden (ook als deze ten tijde van de passende beoordeling nog niet zijn uitgevoerd en het positieve effect daarvan nog niet is verwezenlijkt).
  • De betrekking op de positieve gevolgen van de autonome daling van stikstofdepositie  in de periode waarin het PAS geldt.
  • De betrekking op de herstelmaatregelen die in het kader van een programma, zoals het PAS, worden getroffen en de positieve gevolgen daarvan zelfs als deze ten tijde van de passende beoordeling nog niet zijn uitgevoerd.
  • De bevoegdheid tot het opleggen van verplichtingen als een voldoende preventief instrument.

De volledige tekst van het arrest is hier te vinden.

De conclusie is dat een programmatische aanpak, zoals het PAS, mogelijk en toegestaan is. In het geval van het gebruik van het PAS als passende beoordeling bij vergunningverlening voor individuele projecten, gelden dezelfde eisen als bij een passende beoordeling bij individuele projecten. Dat geldt ook wanneer in het kader van de programmatische aanpak geen individuele toestemming wordt geëist voor projecten waar, op basis van het PAS als passende beoordeling, geen overschrijding van drempel- en/of grenswaarde voor stikstofdepositie wordt geconstateerd.

Het begrip van ‘project’ is van belang. Projecten in de zin van de Habitatrichtlijn hoeven geen projecten te zijn volgens de MER-richtlijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor beweiden of bemesten met als gevolg dat het categoraal uitsluiten van beweiden en bemesten van de vergunningplicht in het kader van het PAS is niet toegestaan als niet met zekerheid wordt uitgesloten dat afzonderlijk of in combinatie met andere projecten sprake kan zijn van significante gevolgen voor de natuurgebieden.

Er moet dus vastgesteld worden of de passende beoordeling van het PAS voldoet aan de eisen van de Habitatrichtlijn. Dat gaat tijd kosten. Dat betekent dat veel beroepszaken pas in het voorjaar 2019 behandeld worden. Het arrest geldt dan waarschijnlijk voor de al verleende, maar nog niet onherroepelijke, vergunningen.

Bron: www.raadvanstate.nl