De voorschriften in het Bouwbesluit 2012 voor de bescherming tegen geluid van installaties waren onvoldoende toereikend als het gaat om installaties in energiezuinige gebouwen, zoals bijvoorbeeld warmtepompen die buiten worden opgesteld.
De toekomstige ambities voor aardgasloos bouwen en eisen voor Bijna Energie-Neutrale Gebouwen (BENG) voor de energieprestatie van gebouwen, kunnen leiden tot een bredere toepassing van warmtepompen. Omwonenden kunnen meer last hebben van geluidhinder.
Geluidsnorm waterpomp: Energy related Products – ErP
Warmtepompen vallen onder de energie-gerelateerde producten (Energy related Products – ErP). Hiervoor gelden normen voor het maximale geluidsvermogen:
65 dB(A) voor warmtepompen tot 6 kW en 70 dB(A) voor warmtepompen van 6 kW tot 12kW. Daarnaast geldt tot 30 kW een maximaal geluidsvermogen van 78 dB en tot 70 kW een van maximaal 88 dB. De eerste groep (tot 12 kW) is geschikt voor de meeste woningen. Voor appartementencomplexen zal dit onvoldoende zijn.
Met betrekking tot dit installatiegeluid worden in het Bouwbesluit 2021 daarom nieuwe voorschriften gesteld. Het Bouwbesluit stelt eisen aan installaties; deze eisen zijn een aanvulling op de bestaande geluidsvoorschriften. De nieuwe voorschriften zijn gebaseerd op het onderzoek dat is uitgevoerd door advies- en ingenieursbureau LPB|Sight, klik hiervoor op deze link.
De voorschriften voor installatiegeluid houden niet voldoende rekening met de eisen voor energiezuinige gebouwen. De artikelen 3.8, 3.9 en 3.10 worden aangevuld met nieuwe geluidseisen voor installaties voor warmte- of koudeopwekking (zoals warmtepompen of airco’s) die buiten zijn opgesteld. Door bij de bestaande geluidseisen voor de (binnen opgestelde) installaties, de installaties voor warmte- of koudeopwekking toe te voegen aan de opsomming van installaties waarop deze eisen betrekking hebben, actualiseer je hiermee opsomming van deze installaties.
Eisen voor gebruik warmtepomp op andere percelen
Het begrip “warmwatertoestel” is vervangen door “installatie voor warmte- of koudeopwekking” (art. 3.8). Dat betekent dat bijvoorbeeld ook airco’s onder de nieuwe regels vallen. Daarbij wordt aangegeven dat een installatie voor warmte- of koudeopwekking, die is opgesteld buiten de uitwendige scheidingsconstructie van een bouwwerk op de perceelgrens met een andere woonfunctie, een geluidsniveau van ten hoogste 40 dB kan veroorzaken. Het is opmerkelijk dat deze eis op de grens van het perceel geldt en niet op de gevel. Dat betekent dat er meer aandacht voor buitenruimte is. Tuinen, terrassen en balkons lijken enige bescherming tegen geluid te krijgen. De eis op de perceelsgrens is onafhankelijk van wat er daadwerkelijk op het aangrenzend perceel is of wordt gebouwd (principe van gelijkheid). Het wordt niet aangegeven dat het om percelen met geluidsgevoelige functies gaat. Het is niet van belang welke bouwvoornemens op het aangrenzend perceel aanwezig of toegestaan zijn of wat de aanwezige situatie bij de buren is.
Het is van belang om te onthouden dat bij installaties voor warmte- of koudeopwekking sprake kan zijn van tonaal geluid. Volgens de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (HMRI) geldt dan een correctie van 5dB. In de toelichting is aangegeven: Uit de HMRI volgt dan dat de gemeten waarden moeten worden verhoogd met 5 dB. Aan de grenswaarde van 40 dB wordt dan pas voldaan als de gemeten waarde maximaal 35 dB is.
Eisen binnen hetzelfde perceel
Aan de definitie (art.3.9) “mechanische voorziening voor luchtverversing, warmte-opwekking of warmteterugwinning” wordt het onderdeel “een installatie voor warmte- of koudeopwekking” toegevoegd. Zo’n installatie die is opgesteld buiten de uitwendige scheidingsconstructie van een bouwwerk, kan ter plaatse van een te openen raam of deur van een niet-gemeenschappelijk verblijfsgebied van een aangrenzende op hetzelfde perceel gelegen woonfunctie, een geluidsniveau veroorzaken van ten hoogste 40 dB.
De nieuwe regels zijn van toepassing op de installaties van de woningen voor warmte- of koudeopwekking die buiten zijn opgesteld. Omdat een eis van 40 dB gesteld is ter plaatse van een te openen raam of deur van een naastgelegen woonfunctie, wordt niet alleen aandacht besteed aan de bescherming van een buitenruimte (balkon) tegen geluid, maar ook van een eventueel te openen raam.
Bouwbesluit 2021: energietransitie
In het kader van de energietransitie (art. 3.10) gelden de nieuwe voorschriften voor installatiegeluid ook voor het plaatsen van deze installaties bij bestaande woningen. Dit betekent dat bij het plaatsen van een warmtepomp bij een bestaande woning wordt voldaan aan de eis van 40 dB.
In de toelichting worden voorbeelden genoemd van maatregelen die gericht zijn op het beperken van de geluidhinder: het plaatsen van een warmtepomp op enige afstand van een buurperceel, het toepassen van een geluidarme warmtepomp of met geluiddempende omkasting, of een combinatie van maatregelen.
Eerder is aangekondigd dat deze eisen op 1 januari 2021 inwerking zouden treden, tegelijk met de bovengenoemde BENG-eisen. Om de bouw- en installatiesector tijd te geven om te kunnen voldoen aan deze nieuwe geluidseisen, is de inwerkingtreding hiervan nu vastgesteld op 1 april 2021.